Prikkeldraad is heel vervelend. Er worden stukken grond mee gemarkeerd. Afzettingen meegemaakt om te zorgen dat mensen niet kunnen vluchten of binnen kunnen komen. Gevangenissen worden er mee omgrensd.

De mens heeft zich in prikkeldraad, of nog erger in razorwire, gewikkeld. Een onbewuste zelfkastijding. Mensen die ons territorium willen binnendringen houden wij ermee buiten de deur. Vluchtelingen worden er mee ingesloten of uitgesloten. De mens is een prikkelbaar dier geworden. Bang voor haar mede aardbewoners. Vreemden worden buitengesloten alsof zij aliens zijn van een andere planeet.

Door het rechtse populisme worden die mensen ontmenselijkt door het voeden van de angst en haat voor het vreemde. Het anders zijn wordt omgeven door gebrek aan kennis en de onbekendheid met de andere culturen en gewoonten.

Wij wikkelen ons in prikkeldraad en razorwire om ons zelf te beschermen tegen het vreemde. Wij sluiten onszelf in waardoor wij de aarde verkleinen tot een bolwerk van universele vervreemding. Prikkeldraad en muren. Woorden en politieke polarisatie. Leugens en het verdraaien van de feiten. Prikkeldraad is overal, zelfs tussen de buren in de steden.

Wij hebben onszelf in prikkeldraad gewikkeld het veroorzaakt overal pijn terwijl wij de ander ervan beschuldigen dat zij de oorzaak zijn van die pijn. Pijn die steeds erger wordt en waartegen geen medicijn is opgewassen.

Prikkeldraad prikkelt de verdraaiing van het vreemde. Het liefst zouden wij alles wat vreemd is met prikkeldraad willen omwikkelen. Samenlevingen zouden dan onleefbaar worden. Toch is dat prikkeldraad syndroom al onzichtbaar bezig in de vorm van wetten en regels die daaraan meewerken. Het onzichtbare prikkeldraad.

De uitsluitingen en discriminaties behoren al tot de orde van de dag. In mijn eigen land en verder alle landen van deze wereld. Wij glijden af naar een onleefbare en geprikkelde samenleving, wat eigenlijk geen samenleving meer is.

Het prikkeldraad wordt steeds verder aangetrokken. De chaos die daardoor ontstaat breidt zich steeds verder uit.

Ik zit geprikkeld achter mijn ezel. Mijn nieuwe werk vordert langzaam. Gelukkig hebben mijn buren nog geen prikkeldraad. Het kleine tuintje van mij, daar kan iedereen, als hij wil, zo naar binnen lopen. Geen prikkeldraad. Ik houd mijn vizier open voor eenieder die mijn gezicht wil zien.

De vogels hebben geen last van het door mensen gespannen prikkeldraad. Zij overstijgen de menselijke domheid. Zij overstijgen de oorlogen. Zij overstijgen de haat en de onmenselijkheid. Zij kunnen neerkijken hoe de mens zich langzaam insluit tot er niets meer is om buiten te sluiten. De rede en de ratio zijn ondergraven en opgesloten in prikkeldraad. Ten tijde van de verlichting waren de rationalisten ervan overtuigd dat kennis en rede superieur waren aan traditie en geloof. Rationeel denken zou leiden tot vooruitgang. Echter het denkvermogen wordt steeds met de voeten getreden.

 

De drie kritieken van Kant[1]:

  • Wat kan ik weten?
  • Wat moet ik doen?
  • Hoe komen wij tot ons oordeel?

In Kant’s “Kritiek der reinen Vernunft”, stelt hij in relatie tot de wetenschappelijke ontwikkelingen in zijn tijd, de vraag:

  • Wat zijn de grenzen van de rede?
  • Wat kunnen wij weten en wat niet?

Wij zouden misschien uit het ons omwikkelde prikkeldraad kunnen loskomen door de kritieken van Kant te volgen? Daar is natuurlijk zelfreflectie en moed voor nodig om ons zelf uit de mainstream te kunnen tillen. De redelijkheid van het denken zou haar plaats weer moeten innemen in het politieke discours.

De verf op het papier van mijn werk is droog. In mijn oren klinkt de “Moonlight serenade” van Glenn Miller. De prikkelbaarheid neemt daardoor af, gelukkig. Loop naar de keuken en maak nieuwe koffie. Door het raam zie ik de zon eindelijk weer eens tussen de wolken door komen. Er is de laatste weken veel regen gevallen. Misschien nu eindelijk een beetje zomer. De weg langs mijn tuintje is erg druk geworden.

Loop terug naar mijn atelier. Staar nog even naar mijn werk. Ga in mijn tuintje zitten en geniet van de terugkerende zomer.

Het prikkeldraad glijdt even van mij af.

 

 

 

 

 

[1] Kant: “Kritiek der reinen Vernunft”