I taw a Puddy Tat. I did! I did Taw a Puddy Tat. [i]

Een poes loopt muisstil door het smalle straatje, waaraan mijn Griekse appartementje grenst. Het straatje is een verbinding tussen een drukke doorgangsweg en de boulevard. De poes zit nu doodstil om zich heen te kijken. Het geluid van de zee spoelt door het straatje, alleen de was hangt erbuiten. Af en toe ontsnapt er een menselijk geluid uit de omringende appartementen. De zon belicht de eenzaamheid. Een smalle oase in het drukke Chania.

Net een tekening afgerond in mijn schetsboek. Ik staar naar de rol kleurpotloden, die ik altijd bij mij draag. De melancholie van het geheel brengt mijn gemoed tot rust. Mijn, al dagenlange, verkoudheid begint mij de keel uit te hangen. De wereld wacht niet op mij.

De zee klotst tegen de randen van de natuurlijke inham, vóór de Venetiaanse haven. In deze tijd van het jaar, hebben de Grieken de terrasjes terugveroverd. In dit deel van Chania hebben de Grieken het niet breed. De armoede is daar bijna voelbaar.

Kijk nog steeds naar het smalle straatje. Af en toe verschijnt er een mens, die mens loopt door mijn tijdssnede. Eigenlijk hoort die mens daar niet te zijn. Mijn tijdssnede wordt daardoor verstoord. Uiteindelijk verdwijnt die mens in een van de kleine huisjes. Ik probeer mijn tijdssnede vast te houden, toch ontsnapt die mij omdat mijn ogen afdwalen.

Kijk over dit deel van Chania en zie talloze stille ramen, die mij met verbaasde blik aankijken. Ik probeer hun taal te begrijpen. Het lukt mij niet.

De zee trek weer mijn aandacht. Haar oneindige eindigheid treft mij diep in mijn gevoel. Zij wordt bewogen door krachten van buiten onze planeet. Welk een wonderlijke schoonheid is dat.

Blijf naar mijn gevoel zoeken tussen mijn gedachten. Mijn gevoel komt klem te zitten. De realiteit van de werkelijkheid drukt mijn gevoel naar de achtergrond.

Ik wil gaan starten met een volgende schets. Mijn creativiteit ligt gebroken tussen mijn kleurpotloden. Als mijn handen niet meer kunnen bewegen, dan zijn mijn kleurpotloden dode dingen. Zij liggen daar willoos te wachten. De zon probeert mij te laten lachen en mijn creativiteit op te warmen.

Het is nog steeds erg warm in Chania, mijn geliefde Chania. Probeer mij af te sluiten voor het emotionele lawaai van de wereld. Flarden menselijke ellende schieten langs mijn oor en oog.

Na die korte worstelingen, begin ik toch aan mijn volgende schets. Ik moet in mijn tijdssnede zien te overleven. De ongrijpbare tijd wacht niet.

Wil de volgende week weer terugkeren naar het koude Nederland. Daarna ga ik mijn zus bezoeken. Met haar man gaat het erg slecht.

Loop naar mijn kleine balkon, kan net een stuk van de zee zien.

Mijn schets lukt nu toch redelijk. De rand van de glazen tafel, waaraan ik werk, werkt als een prisma. Het licht van zon verraadt haar kleuren. Licht en kleur zijn met elkaar verbonden.

Sta weer op en zie mensen over de boulevard langs het smalle straatje lopen. Daar is de kans groter dat een mens door mijn tijdssnede loopt. Een man zit op een bankje, dat ik net kan zien, naar de zee te staren. Zouden zijn gedachten parallel lopen aan die van mij?

De mens is vervreemd van zijn eigen wereld. Wij zijn nog steeds naar ons zelf aan het zoeken. Het blijkt ons nog steeds niet te lukken om ons zelf te vinden. In elke tijdssnede van de historie loopt het op een mislukking uit. Wel knap, dat wij het steeds blijven proberen!

Kleur en vorm vinden elkaar in mijn nieuwe schets. Het verwondert mij al mijn hele kunstleven, dat de menselijke creativiteit onbegrensd lijkt. Ondanks alle tragiek, blijft de mens een wonderlijk product van de evolutie.

De avond begint zich aan mij op te dringen. Uit het raam kijkend, zie ik op de daken de zonnecellen als Aliens tegen avondhemel afgetekend. Kan net de sportveldverlichting van het voetbalveld zien. Het lijken net de monsters uit de film, “The War of the Worlds”, naar het boek van H.G. Wells.

De kamer waarin ik zit begint mij te irriteren. Sta op en laat alles liggen. Geen TV. Ga naar buiten om via de boulevard op een terrasje te arriveren. De zeewind koelt mijn somberheid.

De glimlach van de serveerster, verlicht mijn gemoed!

 

[i] (Tweety in Loony Tunes) 80 years of Tweety. From Warnermedia, Global Brands and Experiences)