De wereld buiten mijn atelier is stilgevallen. Het lawaai is weggevlucht en heeft zich verscholen achter de fluisteringen. De wind laat de bladeren fluisteren. De maan schuilt achter een donkere wolk. Laat haar licht twijfelend over de stad schijnen. Ik zit bewegingsloos voor mijn ezel.

Sta op en haal mijn middelgrote tekeningenmap uit mijn opslag. Schuif de tekeningen uit over de vloer. Zwijgend kijk ik ernaar. Sommige herken ik nog, de uitwerkingen daarvan hangen bij de diverse kopers.

Tekeningen kunnen niet spreken en ook niet twijfelen. Zij spreken voor zichzelf. Ik leg mijn nieuwe tekeningen ernaast. Kijk twijfelend naar de verschillen. De tijd die is verstreken tussen de tekeningen, zie ik voor mij. Als zij konden spreken van de worsteling waarmee zij zijn ontstaan, zou dat mijn twijfel onmiddellijk hebben weggenomen. Met trage gebaren schuif ik alles weer terug in de map.

Soms twijfel ik over hoe kunst wordt bedreven en wordt doorgemaakt. Kunst is een belevenis van het innerlijke, onbevooroordeeld zonder economische belangen.

Kunst is een menselijke creatie van zijn gevoel, gedachten en ideeën. Neergeslagen als condens op een kouder oppervlak, een neerslag van wat er leeft in deze samenleving.

Kunst zou mensen aan het twijfelen moeten brengen over het heden en over de toekomst van deze 'beschaving'. Is kunst een doorsnede van onze gezamenlijke gedachten en ons gezamenlijk gevoel? Verbindt het de mensen of scheidt zij hen slechts? Dat ging er vandaag door mijn hoofd.

Ik ben nu bezig met vijf schilderijen tegelijk. Waarvan drie voor een expositie, een voor een opdracht en een voor een prijs. De menselijke fantasie is in principe grenzeloos. Wij kunnen ons van alles voorstellen en toch is de meest bizarre fantasie nog niet zo erg als de waarheid.

De kunstenaar zou een meer maatschappelijk gedreven mens moeten zijn. Echter daar wordt zij niet voor getraind noch voor gevormd. Een kunstenaar zou meer een boodschapper moeten zijn van gedachten en ideeën, die zouden moeten bijdragen aan een menselijker samenleving. Ook dat zijn natuurlijk Utopieën.

Kijk door mijn geopende atelierraam naar buiten en zie het koude licht van de lantaarnpalen. Zie nachtvlindertjes, verblindt door het licht, een kansloze dans uitvoeren rondom dat licht. Even kansloos is wereldvrede, even kansloos als de UN-veiligheidsraad, die ons veiligheid zou moeten geven.

De geruisloze vleugelslag van de nachtvlinder, trilt door de nachtelijke stilte. De huizen aan de overkant zijn donker. De mens slaapt twijfelloos. In de stilte hoor ik het geritsel van een rat. De gemeente Amsterdam doet er alles aan om de aantallen ratten te verminderen. Echter zonder resultaat, tenzij haar inwoners daar zelf aan meewerken.

De kilte van de nacht kruipt tegen mij op. Ik krijg het koud. Toch blijf ik staan. De voelbare eenzaamheid brengt mijn gedachten tot rust. Een fietser zonder licht rijdt geruisloos voorbij. Zou hij/zij zich naar huis haasten? Kijk de fietser nog even na.

De nachtelijk rust heeft geen haast. De rust heeft mijn gedachten weer geordend. De sterrenloze nacht met de maan heeft de wind stilgelegd. De nachtelijke rust begint het langzaam te verliezen van het opkomende lawaai van het vroege ochtend verkeer.

Haal nog even wat te drinken. En denk even aan ons als mens. De simpelheid van de mens in dit oneindige heelal waarin wij überhaupt niet zijn terug te vinden, ook al zouden wij dat nog zo graag willen, dat is een drama op zichzelf.

Met een glimlach kruip ik in alle rust in mijn bed.

Twijfelloos val ik uiteindelijk in slaap.