Eindelijk.

Vanaf mijn balkon van mijn Griekse appartementje, kijk ik over de zee. Ver aan de overkant van de zeestraat zie ik de schemerige noordkant van Lefkas. De bergen daarvan, die oprijzen uit de zee, zien er dreigend uit. Als je blik daaraan blijft hangen is het alsof je in een andere dimensie wordt gezogen. De dag is net voorbijgeschoven.

De schemering begint nu langzaam te vallen. De maan toont haar gezicht. Vrouwe Luna is de begeleidster van de komende nacht. De maan heeft op mij altijd een magische invloed. Ik staar naar haar licht waarmee zij met een ongekende schoonheid de wereld beschilderd.

In mijn hoofd kruisen schimmige gedachten elkaar. Wij leven in onze hersenen. Wij hebben eigenlijk subjectieve levens!

Het leven aan de overkant tekent zich af door de lichtjes van de dorpen. De sfeer van de vallende schemering wordt daardoor versterkt. De weerkaatsing van die lichtjes schitteren door de golvingen van de zee.

Vlagen muziek klinken door tot mijn balkonnetje. Ergens klinkt een lach. Af en toe waait er wat geroezemoes langs. Mijn eigen wereld lijkt ver weg en schijnt niet meer te bestaan.

Mijn schetsboek ligt onaangeroerd op de tafel. Het Griekse landschap bezorgt mij een melancholisch gemoed. Alles lijkt ver weg: oorlog, pijn, verdriet en eenzaamheid. Ik luister naar de sterren, die langzaam verschijnen en strijden met het licht van de maan.

Griekenland, het land van de grote filosofen. Ooit het centrum van de Westerse beschaving en waar ooit de ontwikkeling van een vorm van democratie zich begon af te tekenen. In de stadstaten klonk vaak de stem van de Dèmos, de stem van het volk. Een volksheerschappij. De Atheense volksvergaderingen gelden in het Westen als het oer voorbeeld van democratisch bestuur

Alles is opgelost in de tijd. Slechts ruïnes herinneren nog aan die geweldig perioden uit het Griekse verleden.

Het onweer heeft zich al een tijdje geleden teruggetrokken. De ergste warmte wordt opgelost in een verkoelend windje. De zee aan de kust van Preveza is heerlijk om in een soort dromerige borstcrawl rondjes in te zwemmen.

Geen chloorluchten van vol gekrampte zwembaden en mensen die daar door je heen willen zwemmen.

Genieten van het Griekse menu. Vis of vlees verwerkt in allerlei Griekse specialiteiten. Of alleen maar Griekse salade.

Zwerf af en toe door de omgeving, deels landelijk, deels bebouwd met al of niet afgebouwde huizen. Het is altijd grappig om de aan de straatkant geplaatste elektriciteit- en watermeters te zien. Het huidige Griekse leven komt altijd op mij over als een spanningsveld tussen heden en verleden.

De geweldige kleine restaurantjes die je dan tegen komt en waarvan de eigenaar je uitnodigt om te komen eten en te genieten van zijn specialiteiten.

Mijn balkonnetje is nu met duisternis omringd. Om de nabij staande lantaarnpaal flitsen af en toe kleine jagende vleermuisjes langs. Geweldig om dat te kunnen zien.

De warmte is dragelijk geworden. Het lijkt wel of de wereld langzaam sluit. Af en toe gesjirp van een krekel. Ergens op zee het licht van een vissersbootje, dat probeert met licht octopus of inktvis te vangen.

De Griekse ochtendzon wekt mij en laat met haar stralen de warmte weer terugkeren. De zee kleurt van grijs naar bijna turquoise. Ga aan de rand van het strand zitten. Ik wil naar de zee luisteren. Ik wil de omgeving in mijn hoofd voelen.

Het eeuwige ritme van de golven omsluiten langzaam mijn gedachten. Gedachten die worden onderbroken door een vrolijke groet van een passerende Griekse visser.

Terug in mijn appartementje ontbijt ik en vertrek daarna naar de stad Preveza. De drukte daar is net losgebarsten. Een recentelijk aangemeerde ferryboot spuit haar lading de stad in. Al het verkeer loopt vast op het eerste kruispunt. Ik sla de driftige drukte gade vanuit een eetcafé op een hoek bij het kruispunt, waar ik geniet van een heerlijke Griekse koffie.

Sla mijn schetsboek open. Om mij heen een golfstroom van Griekse gesprekken, die ik niet kan volgen.

Verdiept in mijn schetsen zak ik weg in de heerlijke Griekse cultuur.