Zittend achter mijn laptop drijven mijn gedachten langzaam door mijn hoofd. Zij drijven naar de tijd, dat ik begon als kunstenaar en enorm gedreven, naar mijn eigen stijl aan het zoeken was. De mentale hindernissen die ik heb moeten nemen om uiteindelijk een stijl te vinden, die nergens op mocht lijken.

Ik was letterlijk een zoekende geest. Sterk vermagerd en bijna dwangmatig, schetsboeken voltekenend. Nu ik terugkijk, in mijn gedachten daarover, was het eigenlijk een strijd met mij zelf.

In mijn gedachten ga ik terug, toen ik als jongetje van veertienjaar al moest gaan werken, aangezien mijn ouders geen geld hadden om mij te laten studeren. Alles heb ik toen op eigen kracht en met avondstudies, kunnen bereiken tot wat ik altijd heb gewild en nu ben: kunstenaar.

Gedachten over mijn goede en minder goede tijden, die ik heb doorgemaakt. Ook over de dingen die ik nooit heb kunnen bereiken. Dromen die ik nooit heb kunnen realiseren. Gedachten zijn soms schimmen uit een ver verleden of gedachten waarin je kijkt naar schimmige horizonten, die nooit bereikt kunnen worden.

Even laat ik de stroom gedachten doorstromen, terwijl ik met mijn realistische oog naar mijn nieuwe werk kijk. Ik zie dat ik toch nog wat correcties moet aanbrengen.

Ik luister even naar het verdwijnend geluid van onweer. De regen was al gestopt. Het licht kijkt al wat schichtig tussen de wolken door, en tracht mijn toch wat sombere gedachten te verlichten.

Mijn handen liggen stil voor mijn laptop. Probeer de realiteit van alle dag te verdringen, door mijn gedachten te laten verder drijven.

In mijn jonge jaren deed ik ook al veel aan sport. Mijn leven bestond toen uit: werken, studeren en sport beoefenen. Werken en proberen om als kunstenaar een bestaan op te bouwen. De dynamiek van die tijd, de jaren zestig van de vorige eeuw, was ongemeen boeiend. Alles was in beweging: politiek, sociaal, maatschappelijk, emancipatie en geografische verhoudingen. Oorlogen, omverwerpen van dictatoriale regiems. Machtsstrijd tussen de wereldmachten. Als kunstenaar kun je meedoen aan protesten. Opkomen voor onbereikbare idealen. Echter als kunstenaar sta je altijd aan de zijlijn van het wereldtoneel. Je beweegt je alleen tussen de coulissen van het dagelijks leven.

Probeer te overleven en opdrachtgevers tevreden te stellen. Waarvan de grillen je altijd dwingen tot compromissen. Het dagelijks brood door gemiste inkomsten, ligt altijd op de loer. Gelukkig kan ik, in de hiaten daarvan, bezig zijn met eigen creativiteit en willige galeries.

Sta op, rek mij uit. De zon heeft weer haar terrein teruggewonnen. De wereld ligt er weer vredig en zonnig bij. Blijf nog even door mijn atelierraam staren. De zomer is nu in volle gang. Loop even mijn tuintje in, ha, zwaai even naar de buurvrouw, die nu ook even van de zon zit te genieten. De straat langs mijn tuintje is stil en verlaten. De meeste Amsterdammers liggen nu op het strand.

Diepe zucht. Loop naar de keuken, drankje, terug naar mijn atelier. Breng wijzigingen aan. Als de opzet klaar is, moet ik die gaan doorspreken. Deze keer met een cultureel bewuste opdrachtgever, die mij wat creatieve ruimte gunt. Dat is soms een verademing in ons stressvolle bestaan, maar ach dat zijn ook de consequenties van het leven als kunstenaar.

In mijn gedachten zie ik weer hoe ik ben begonnen. De hardheid van dat bestaan van toen, hebben mij voldoende weerstand meegegeven om nu nog te kunnen doorgaan. De ervaringen in die beginfase zijn een goede voorbereiding geweest voor mijn leven nu. Ik ben daardoor beter bestand tegen tegenslagen en teleurstellingen.

Ik laat mijn voorbereid werk drogen. Wandel weer mijn tuintje in en zet mijn klapstoel uit. Een prachtige vlinder dwarrelt om mijn hoofd. Ik kijk met bewondering naar haar kleuren en de schoonheid van haar verschijning. Zij landt op een bloem en doet zich tegoed aan de nectar. Blijf naar haar staren tot zij opvliegt, en na nog een rondje om mijn hoofd, weer verdwijnt.

Zet mijn lege glas op de grond en leun achterover. De zon doet mijn huid tintelen. Mijn gedachten blijven hangen in de schoonheid van mijn bestaan.

De vlinder is toch weer teruggekeerd en is nu op een blad geland, vanwaar zij mij probeert te vangen met haar schoonheid.

Mijn gedachten gaan weer met mijn gevoel aan de haal. In mijn oortjes klinkt nu het “Passaggio” van Lavinia Meijer. Zij speelt met een ongelooflijke muzikaliteit.

Het licht van de zon geeft de schitterende transparantie weer van de vleugels van de vlinder. Het lijkt wel of ook zij haar gedachten tracht vorm te geven in haar korte bestaan.

Rossini’s “William Tell” ouverture, uit de opera “William Tell, klinkt nú in mijn oren.

De straat begint nu langzaam vol te lopen, auto’s, fietsers en wandelaars. De stilte van mijn wereld zakt weg in die onrust. De vlinder houdt het voor gezien. En ik ook. Ik klap mijn tuinstoel in en loop naar binnen.

Zaterdagen zijn vaak eenzame dagen. Ik bel een van mijn kunstvrienden. Dichtstbijzijnde café voor een creatieve discussie?

Laat de boel de boel. Parkeer mijn auto voor het café. De vlinder dwarrelt nog steeds door mijn gedachten.

Het gerinkel van glazen en luide begroetingen, sluiten mijn gedachten af.