’s-Morgens vroeg als de zon tussen de gordijnen kiert, worden mijn gedachten wakker en de ochtendkilte vertelt mij dat de zon het zwaar zal krijgen. Mijn ogen dwalen door de stille kamer. De geluiden van buiten trachten mijn wereld vorm te geven. Ik trek de gordijnen open. Een vogel zit wat dromerig op een tak in mijn kleine tuintje. Mijn ontbijt resten veeg ik van het bord en zet het in de gootsteen, later zal ik het wel afwassen.

Ik sta stil in de kamer ik tracht mijn dromen te herinneren. Het lukt mij niet. De dromen kwamen en gingen. Terwijl de schaduwen van de waterige zon door de kamer trekken. Stel ik zou over wereld gaan trekken… Reizen door gevaarlijke gebieden, mensen ontmoeten en mogelijk gesprekken voeren over de wereld van morgen. Reizen over oneindige oceanen, door gloeiendhete woestijnen en verbaasd zijn hoe de mens daar probeert te overleven.

De klok in de kamer verraadt mij, ik sta daar al veel te lang. Ik ga verder met mijn dagelijkse routine. Mijn atelier is nog donker. De deur piept nog steeds, zal ik het scharnier gaan smeren, morgen? Mijn nieuwe doek staat al op de ezel. Ik bereid het doek voor om de achtergrond te gaan schilderen. Bladerend door mijn tekeningen zoek ik naar een tekening, die ik geschikt vind om te gaan schilderen.

Mijn gedachten gaan weer op de loop. Ik staar naar de geselecteerde tekening. De tekening is alweer enige jaren geleden gemaakt. Ja, ik weet het weer: dat was in Nice, Frankrijk.

Terugdenkend aan het oude deel van Nice, waar ik rondzwierf, door de smalle straatjes en de eindeloos lijkende geveltjes van winkeltjes. Dringend door dikke rijen toeristen, zoekend naar een stil café om te kunnen dromen boven een goed kop koffie. Frankrijk blijft altijd aan mij trekken. De sfeer, de taal en de mensen. Wonderlijk mooie landschappen. Verre horizonten. Stille dorpen. Verrukkelijke wijnen.

Dagdromen, wat is dat toch geweldig. Zouden andere wezens, behalve de mens, ook kunnen dagdromen? Misschien wel. Wij zullen het misschien nooit te weten komen. Tenzij wij ooit hun taal kunnen verstaan en begrijpen.

De tekening krijgt vorm op het doek. Ik controleer nogmaals de details. Het klopt. Nu kan ik de vormen gaan inkleuren. De tijd kruipt mij langzaam voorbij. Langzaam rek ik mij uit. De stramheid van mijn ledematen verraden mijn leeftijd.

De dag nadert haar einde. De zon dooft langzaam en de straatverlichting neemt de dag over.

Ik sluit de deur van mijn atelier. Mijn maag rammelt.

Mijn dagdromen lossen op in de donkerte van de avond.

 

Mark Pol, januari 2023.