Enige tijd geleden was ik met mijn vrouw in een hotel ergens in Nederland. Een heerlijk strandhotel geheel geprepareerd tegen COVID-19.

Wat mij opviel in de hotelkamer in de zwart stenen drempel van de badkamer, dat er witte vlekjes in zaten. Die drempel zag eruit als een geologische tijdsnede van vele vele miljoenen jaren geleden. In die zwarte drempel zaten wit versteende afdrukken van kleine water-/zeediertjes, die in die tijd moeten hebben geleefd.

Een lang vervlogen geologische tijdsperiode waarin menselijke aanwezigheid ontbrak. Een tijd waarin de aarde haar eigen ecologie nog kon beheersen. Als de tijd is versteend in steen en wij daarna kijken worden wij toch weer geconfronteerd met de relativiteit van ons bestaan als mens. Als er over vele vele miljoenen jaren nog een mens aanwezig zal zijn zal die mens dan nog kunnen kijken naar de tijd waarin wij zijn versteend?

Zal dan de oorlog, haat en racisme zijn versteend? Zal onze wetenschap en technologie zijn versteend? Zal die mens op de drempel van een badkamer een zwart stenen drempel vinden met daarin de versteende oude mens? Met al zijn respectloosheid ten opzichte van de zijn omringende natuur, zijn mede mens, de vrouw, de andersdenkende, die andere cultuur. Zal die mens die misschien dan nog bestaat, die “eigenschappen” niet meer bezitten?

Hoe heerlijk is het te dromen over die versteende tijd, die wij de goede dingen toedichten. Hoe heerlijk is het te dromen over een verre toekomst waarin wij alle dingen, waarmee wij nu worstelen, er dan niet meer zullen zijn.

Wij ons de volgende vraag kunnen stellen over de versteende tijd: krijgen wij nog de kans om te kunnen verstenen? Zal een herhaling van een dergelijke geologische tijdsnede zich nog ooit kunnen voordoen?

Hoe mooi is een gedachtenmodel waarin droom en werkelijkheid dooreenlopen. Hoe mooi zijn verlangens naar de ideale wereld en te weten dat die zich nooit zal kunnen manifesteren. Geconfronteerd worden met onze beperkingen als mens. Onze tekortkomingen, waarin wij onszelf soms beschuldigen dat wij dom zijn en niet kunnen leren van de geschiedenis. Wij zijn niet dom, wij zijn beperkt en begrensd. Wij zijn niet de top van de evolutie, wij zijn slechts een pad in een van de vele evolutionaire paden.

Wij zijn helaas een beperkt dier. Van een soort die enorm succesvol is in het uitroeien van andere diersoorten, die wij zonder enig respect afslachten en misbruiken.

Echter in deze melancholie van gedachten en dromen, komen ook mooie dingen naar boven: onze wetenschap, onze technologie onze kunstuitingen. Ach, ik draai mijzelf weg van mijn laptop en begin over de eindeloze zee te staren en sluit mijzelf af van wat er nu allemaal op deze wereld gebeurt met ergens in mijn hoofd een stille hoop!