De tijd is als een traag stromende warme stroop. Het kleeft aan je. Het smaakt aangenaam. Alles plakt. Tijd bestaat eigenlijk niet. Het is een bedenking van de mens om zijn leven in een bepaald ritme in te delen.

Wij worden nu in de traag stromende warme stroop meegetrokken. Wij kunnen niet ontsnappen aan de werkelijkheid van de tijd. De tijd kleeft aan ons en het is niet weg te wassen, want wij bevinden ons in het midden van de stroom. Toch proberen wij te ontsnappen. Ontsnappen aan de afschuwelijke werkelijkheid van de stromende tijd. Proberen ons leven en werken opnieuw te synchroniseren aan deze nieuwe werkelijkheid.

Blijven leven in de werkelijkheid van de ons omringende natuur. Een natuur die ons weer met de kwetsbaarheid van ons bestaan confronteert. De natuur die laat merken dat de wij de grenzen van ons bestaan bereikt hebben. Een bestaan dat de natuur dwingt zijn grenzen aan ons te tonen.

De stromende tijd waarin wij worden meegetrokken laat ons merken dat wij alles waarin wij tot op heden in geloofden moeten gaan herzien. Onze technologie, onze sociale samenhang, onze economie etc.. Zowel binnen de landsgrenzen als wereldwijd. Om aan deze wurgende traag stromende tijd te kunnen ontsnappen hebben wij geen keuze om alles te gaan herzien, maar nu gerelateerd aan de menselijke maat. De mens is de maat der dingen schreef iemand eens.

De hand die aan ons wordt uitgestoken om ons te redden uit de traag stromende tijd moeten wij grijpen. Nu liggen de kansen nog open, nu is er een algemeen begrip, nu zijn de meesten van ons nog bereidt daarin mee te gaan en die gebieden gezamenlijk te overdenken.

De tijd is rijp om te ontsnappen aan de traag stromende tijd.

 

Mark Pol, Amsterdam, 15 april 2020.