Kijk met een onverstoorde blik in de vergetelheid. Het zichtbare onzichtbaar. De emotie wegebbend in de oneindigheid van het gevoel. Zie mijn vergeten gedachten terugkeren. Zij kijken verbaasd om zich heen. Zij verstrengelen zich met het verleden. Onoplosbaar in hun complexiteit.

Ik zoek naar oplossingen. De verwarring daarin verstoord mijn zoektocht. Al zou ik het verleden terughalen, ik zou er niet meer in kunnen leven. De rimpeling van mijn huidige leven kan niet meer synchroon lopen met mijn verleden.

De vergetelheid is eindeloos. Bewegingen vertragen in de perceptie van mijn verstarrende blik. Mijn canvas beweegt zich van mij af. Mijn kwasten verdwijnen. De muziek in mijn oren speelt een verwarde melodie. Mijn kortstondige vreugde drijft langzaam van mij weg.

Wie ben ik? In mijn stoutste dromen kan ik mij niet aan de vergetelheid onttrekken. In die gelaagdheid kan ik mij niet terugvinden. Ik besef dat ik nu niet verloren moet raken in de vergetelheid van mijn gedachten.

In het huidige geraas van geweld en uitbuiting van politieke ideologieën, is mijn vergetelheid verloren geraakt. Ik probeer mij hopeloos vast te klampen aan mijn eigen wereld, waarin de vergetelheid een onderdeel van is. Ik wil niet dat de wereld mijn vergetelheid verstoord.

De zon probeert tussen de wolken door te dringen. Mijn blik wordt daardoor verlicht. De scherpe randen zijn wat afgebrokkeld. Kan ik mijn vergetelheid aan de toekomst onttrekken? Ben ik daar vermetel genoeg voor. Of overspeel ik nu mijn hand?

Hoe zal ik dan worden herinnerd. Zelf denk ik dat ik word vergeten op het moment dat het leven mijn lichaam verlaat. De herinneringen gaan met mijn resten het graf in. De eeuwen zullen over mij heen trekken. De aarde zal zich over mij ontfermen als een archeologisch restant uit onbekende tijden.

Kijkend in de vergetelheid is als kijkend in een onbestemde toekomst, waarvan je hoopt dat het zich zal ontwikkelen in jouw richting. De somberheid van mijn blik keert weer terug naar het uiteen wijkende wolkendek.

Er is wanorde in deze wereld, echter die wanorde is eigenlijk een orde, die verwijst naar een onbekende toekomst. Alleen worden wij daardoor verblind. In plaats de wanorde te gebruiken als gids, proberen wij die wanorde te herstellen en daardoor onze toekomst een andere, mogelijk, ongewenst richting te geven.

Mijn blik keert terug uit mijn vergetelheid. Mijn canvas komt weer in zicht. Mijn kwasten worden weer tastbaar. De muziek is weer een coherente opeenvolging van tonen. Ik zucht.

De zon verlicht nu mijn atelier. De vormen op het canvas doen mij weer terugkeren naar de werkelijkheid waarin voor vergetelheid geen plaats zal kunnen zijn.

Ik hoef niet op jacht te gaan, ik kan zo een supermarkt inlopen en daar mijn dagelijkse boodschappen doen.

Wat is de werkelijkheid soms toch mooi en dat Homo Sapiens toch nog iets geweldigs heeft gecreëerd. Ik ben dankbaar dat ik ooit geboren ben op de planeet Aarde en niet op de planeet Mars.

Achteroverleunend in mijn favoriete fauteuil, geniet ik van mijn heerlijke snack met een verrukkelijk kop koffie.

De zon is weer verdwenen.