Er is een stilte neergedaald in Amsterdam. Het eten staat op en ik kijk door het raam naar mijn kleine tuintje. Ergens vandaan drijft er een ballon mijn tuintje in. Ik volg de ballon tot hij blijft steken in de takken van een struik. Zou hij zich hebben losgerukt met behulp van de wind? Opgetuigd voor een feest, bruiloft of zomaar een party? De ballon zwijgt en kijkt mij uitdrukkingsloos aan, terwijl hij zachtjes heen en weer wiebelt.

Ik eet mijn eten staand aan het aanrecht. Kijk weer naar de ballon. Als ik klein genoeg zou zijn, dan zou ik met de ballon mee zweven. Loskomen van de aarde, misschien ook los van de aardse zorgen.

Vroeger droomde ik dat ik kon vliegen. Hoog over alles heen. Vaak ging dat fout en stortte ik toch weer naar beneden.

Was gedachteloos de vaat, terwijl ik naar de ballon blijf kijken. Ik praat tegen de ballon, alsof een ballon zou kunnen praten. Kunstenaars zijn toch rare mensen, waarom zou ik een uitzondering zijn. In mijn oren klinkt Harry James met zijn orkest “It’s been a long time.”. Tja, het is lang geleden dat mijn verjaardag werd versierd met ballonnen.

Begin maart start een online tentoonstelling van onder meer mijn werk op de site van de Hummingbird and Dragonfly Art gallery in Los Angeles. Dat werk dat daar getoond wordt heb ik ooit in vlaag van verstandsverbijstering geschilderd. Ik zou normaal gesproken nooit zoiets maken, maar goed het is er en zij willen het tentoonstellen.

Op de academie haatte ik landschappen, stillevens en portretten, maar ach het werd toen eenmaal vereist dat je dat ook aan kon. Op de andere kant van het werk, ging ik als verzet, griezels schilderen. De leraren waren not amused.

De ballon wiebelt nog steeds ritmisch, alsof hij wil zeggen: ”Kom naar buiten, ga met mij mee!” Hoe graag ik ook zou willen, het kan niet. Ik zal achter moeten blijven, als de ballon zich heeft los geworsteld van de takken.

Ga wat boodschappen doen, laat de auto staan. Het is toch niet veel wat ik moet dragen op de terugweg. Mijn lokale bakkertje, bakt onder andere heerlijk brood. Hij is nog een van de laatste kleinschalige bakkerijen in Amsterdam.

Het is nog steeds stil in Amsterdam. Houden wij onze adem in voor de dingen die ons zullen gaan overkomen? Mijn gevoel is onrustig voor wat dat betreft. Ik haal lekker brood en wat haverkoeken, die zijn heerlijk.

Op de terugweg zwaai ik nog naar de buurvrouw. Ik heb haar lang niet meer gezien. Zij staart naar mij door het gesloten raam en zwaait afwezig terug.

Berg de boodschappen op. Ga koffiezetten. Gecombineerd met een heerlijke haverkoek. Geweldig. Met mijn handen vol loop ik mijn atelier in. Er hangt een blanco papier klaar op mijn ezel. Ik start met de beoogde schets. Hmm, dit is het wel. Loop met de vuile spullen naar de keuken.

Waar is de ballon? Hij is verdwenen. Loop vlug mijn tuintje in of ik hem misschien nog ergens zie. Nee, hij is echt weg.

Hij zal net zo lang blijven doordwalen tot er niets meer van over is, en hij leeg en futloos voor altijd is terug gedaald naar de aarde.